Page images
PDF
EPUB

het bewijs hebben geleverd dat zij het burger- en kiesrecht hebben verkregen.

3. [Verplichtingen der Veldcornetten ten opzichte der kiezerslijsten.]

4. Deze wet treedt in werking twee maanden na publicatie in de Staatscourant. Locale Wetten der Z.A. Rep. IV. 27.

No. 221. VOLKSRAADSBESLUIT, 11 AUGUSTUS 1890.

ART. 1236.1 De Raad vereenigde zich met Uitvoerende Raadsbesluit art. 502, dd. 9 Augustus 1890, en nam aldus het daarin vervatte concept Volksraadsbesluit als het besluit van den Volksraad aan. Gemelde Uitvoerende Raadsbesluit luidt:

Aan de orde: Bespreking over het wenschelijke, dat, vooral met het oog op de tegenwoordige omstandigheden der Republiek, de Regeering gemachtigd worde door den E.A. Volksraad, zaken, waarvoor geen voorziening door den E.A. Volksraad is gemaakt en die niet kunnen wachten tot de aanstaande zitting van den E.A. Volksraad, zonder groote moeilijkheden te veroorzaken, te kunnen afdoen.

Besloten aan den E.A. Volksraad voor te stellen, evenals in vorige jaren, het navolgende besluit te passeeren:

De Volksraad besluit de Regeering te machtigen en op te dragen voorzieningen en regelingen te maken ten aanzien van alle zaken,

after they shall have submitted the proofs of having obtained burgher rights and the franchise.

3. [Duties of the Field-cornets with regard to voters' lists.]

4. This law shall take effect two months after its publication in the Staatscourant.

No. 221. RESOLUTION OF THE VOLKSRAAD,

II AUGUST 1890.

ART. 1236.1 The Raad approved of the Executive Council's resolution, art. 502, dated 9 Aug. 1890, and thus adopted the draft resolution for the Volksraad contained therein as its own resolution.

The said resolution of the Executive Council is as follows:

On the agenda: A discussion of the desirability, especially with the present circumstances of the Republic in view, of authorising the Government to dispose of matters for which no provision has been made by the Volksraad and which cannot stand over till the next session of the Volksraad without grave difficulties being caused.

Decided to propose to the Volksraad that it shall, as in previous years, pass the following resolution :

The Volksraad resolves to authorise and require the Government to make provisions and regulations with regard to all

1 Repealed by Procl. No. 34 of 1901.

waarvoor door den Volksraad geen voorziening is gemaakt en die van zoo dringenden aard zijn, dat zij niet kunnen blijven liggen tot de navolgende zitting van den Volksraad, en, dat dergelijke regelingen kracht van wet zullen hebben tot nadere beslissing daaromtrent van den Volksraad.

De Regeering zal daarvan rapport doen in de eerstvolgende gewone zitting.

Locale Wetten der Z.A. Rep. IV. 79.

No. 222. EERSTE VOLKSRAADSBESLUIT, 31 JULI 1891.

De Raad vereenigde zich bij acclamatie met het

ART. 1197. commissierapport.1 Gemeld rapport luidt:

Uw Commissie is van oordeel, dat de burgers der Republiek, die in 1880 en 1881, te Paardekraal met opheffing der handen, zoo goed als onder eede zich aan ons hebben verbonden en die met ons saamgestreden hebben gedurende den Vrijheidsoorlog, en die verder gedurende den Vrijheidsoorlog zich bij ons aangesloten hebben, en met ons tot het einde van den Vrijheidsoorlog gestreden hebben en nog in de Republiek woonachtij zijn, daardoor van zelf en als door een krachtige naturalisatie bij ons zijn ingelijfd, en beveelt den E.A. matters for which no provision has been made by the Volksraad and which are of so pressing a nature that they cannot stand over till the next session of the Volksraad, and that such regulations shall have the force of law till the Volksraad shall further decide thereon.

The Government shall deliver a report thereon in the next ordinary session.

No. 222. RESOLUTION OF THE FIRST VOLKSRAAD, 31 JULY 1891.

ART. 1197. The Raad adopted the committee's report 1 with acclamation.

The said report is as follows:

Your committee is of opinion that the burghers of the Republic who in 1880 and 1881 at Paardekraal, raising their hands, as good as united themselves with us by oath, and who fought by our sides during the War of Independence, and who further combined with us during the War of Independence, and who fought on our side till the end of the War of Independence, and who are still resident in the Republic, have in that way, of their own accord, and as it were by a mighty deed of naturalisation, been incorporated with us; and your committee recommends to the First Volksraad that the said

1 A report of the Memorials Committee with reference to eight petitions which requested that the franchise should be granted to persons who had assisted in the War of Independence. This resolution was formally repealed by Procl. No. 34 of 1901.

Eersten Volksraad aan de bedoelde burgers stemgerechtigd te verklaren onder Wet No. 7, 1882.

No. 223.

Locale Wetten der Z.A. Rep. IV. 288.

EERSTE VOLKSRAADSBESLUIT, 26 AUGUSTUS 1892. ART. 1292. [Zij die zich voor het passeeren van Wet No. 1, 1876, in de Z.A. Republiek gevestigd hebben, zijn stemgerechtigde burgers.] Locale Wetten der Z.A. Rep. IV. 630.

No. 224. TOT VERDUIDELIJKING EN WIJZIGING VAN
WET No. 13, 1891. [20 Sept. 1893.]
WET NO. 14, 1893.1

REGELENDE HET ALGEMEEN KIESRECHT DER BURGERS VAN DE
ZUID-AFRIKAANSCHE Republiek.

(Goedgekeurd bij besluit van den Edelachtb. Volksraad onder art. 1341, dd. 8 September 1893.)

NADEMAAL het wenschelijk is, dat het kiesrecht van de burgers der Zuid-Afrikaansche Republiek nader bepaald en omschreven worde, zij het hierbij vastgesteld als volgt:

ARTT. 1-3. [In hoofdzaak de bepalingen reeds neergelegd, vooral die van Wet No. 5, 1890.]

4. De stemgerechtigde burgers, die het kiesrecht hebben verkregen, burghers should be declared to possess the franchise in accordance with Law No. 7, 1882.

No. 223. RESOLUTION OF THE FIRST VOLKSRAAD, 26 AUGUST 1892.

ART. 1292. [Those who have settled in the S.A. Republic before the passing of Law No. 1, 1876, shall be burghers possessing the franchise.]

No. 224. TO EXPLAIN AND MODIFY LAW No. 13, 1891. [20 Sept. 1893.]

LAW No. 14, 1893.1

REGULATING THE GENERAL FRANCHISE OF THE BURGHERS OF THE SOUTH AFRICAN REPUBLIC.

(Approved of by resolution of the Volksraad under art. 1341, dated 8 Sept. 1893.)

WHEREAS it is desirable that the franchise of the burghers of the South African Republic should be further laid down and described, be it hereby affirmed as follows:

ARTS. 1-3. [In the main the provisions already laid down are repeated, in particular those of Law No. 5, 1890.]

4. The burghers possessing the franchise, who have obtained 1 Repealed by Procl. No. 34 of 1901.

of vóór de inwerkingtreding van Wet No. 4, 1890, of daarna krachtens het recht, voortvloeiende uit de geboorte binnen de Zuid-Afrikaansche Republiek, hebben het recht hunne stem uit te brengen als volgt:

a. Voor het kiezen van een veldcornet der wijk, elk in zijn eigen wijk.

b. Voor elke verkiezing, die het geheele district of de kiesafdeeling hunner inwoning betreft.

c. Voor elke verkiezing, die de geheele Zuid-Afrikaansche Republiek betreft.

Uitbreiding van dit kiesrecht kan niet geschieden zonder dat een voorstel daartoe een jaar lang gepubliceerd is geweest in de Staatscourant en minstens twee derden van genoemde stemgerechtigde burgers zich daarvoor hebben verklaard.1

De stemgerechtigde burgers, die het kiesrecht hebben verkregen krachtens naturalisatie na de inwerkingtreding van Wet No. 4, 1890, hebben het recht hunne stem uit te brengen als volgt:

a. Voor het kiezen van een Veldcornet der wijk, elk in zijn eigen wijk.

b. Voor een lid van den Tweeden Volksraad van het district of de kiesafdeeling hunner inwoning.

c. Voor elke andere verkiezing, die het geheele district of de

the same either before the taking effect of Law No. 4, 1890, or thereafter by virtue of the right arising from their having been born within the South African Republic, shall have the right to record their votes as follows:

a. In electing a Field-cornet of the ward, every burgher in his own ward;

b. At every election which concerns the whole district or the electoral division in which they reside;

c. At every election which concerns the whole of the South African Republic.

No extension of this franchise can take place unless a proposal to that effect has been published in the Staatscourant for one year and at least two-thirds of the said burghers possessing the franchise have declared themselves in favour of such extension.1

The burghers possessing the franchise, who have obtained the same by virtue of their naturalisation after the taking effect of Law No. 4, 1890, shall have the right to record their votes as follows:

a. In electing a Field-cornet of the ward, every burgher
in his own ward;

b. For a member of the Second Volksraad for the district
or the electoral division in which they reside;
c. At every other election which concerns the whole
district or the electoral division in which they

1 This is the highest degree of rigidity ever reached in the Transvaal Constitution. It will have been observed up to this date that a majority in the Volksraad could generally accomplish any change. But cf. art. 42, p. 371, and foot-note,

kiesafdeeling hunner inwoning betreft en waar zij

volgens wet toe gerechtigd zijn.

5-23. [Hoe men stemmen mag, enz.]

24. Alle wetten en bepalingen, in strijd met deze wijziging, worden hiermede herroepen en deze wijziging zal dadelijk na publicatie kracht van wet hebben.1

Locale Wetten der Z.A. Rep. IV. 806.

No. 225. EERSTE VOLKSRAADSBESLUIT, 23 Augustus 1894. ART. 1454. De Eerste Volksraad, lettende op het schrijven van de rechters van het Hooggerechtshof, dd. 7 Augustus jl., overgelegd bij Regeeringsmissive thans aan de orde, overwegende, dat het wenschelijk is, gevolg te geven aan art. 115 der Grondwet, waarbij wordt bepaald, dat de wet de wijze regelt, waarop bij wangedrag of onbekwaamheid aan de rechters ontslag eervol of niet eervol zal worden verleend, overwegende, dat deze zaak geen uitstel lijden kan, daar reeds te lang verzuimd is geworden uitvoering te geven aan bovengenoemd voorschrift der Grondwet, overwegende, dat het ook wenschelijk en noodzakelijk is dergelijke bepalingen te maken, met betrekking tot den Staatspresident en leden van den Uitvoerenden Raad, besluit als volgt:

ART. 1. De Staatspresident, leden van den Uitvoerenden Raad en die van het Hooggerechtshof staan terecht :

reside when they shall be legally entitled to vote at such election.

5-23. [The manner of voting, etc.]

24. All laws and regulations which are in conflict with this modified law are hereby repealed, and this modified law shall have force of law immediately on its publication.1

No. 225. RESOLUTION OF THE FIRST VOLKSRAAD, 23 AUGUST 1894.

ART. 1454.2 The First Volksraad, taking note of the letter of the judges of the High Court of Justice, dated 7th August, transmitted by the Government's communication now under discussion; considering that it is desirable to give effect to art. 115 of the Grondwet whereby it is laid down that the law shall regulate the manner in which in case of bad behaviour or incompetence the judges may receive an honourable or dishonourable dismissal; considering that this matter can brook no delay, as too long a delay has already been allowed in giving effect to the provision of the Grondwet above mentioned; that it is also desirable and necessary to make similar rules with regard to the State President and the members of the Executive Council; decides as follows:

ART. I. The State President, the members of the Executive Council and those of the High Court of Justice shall be tried:

1 First published on 27 Sept. 1893.
2 Repealed by Procl. No. 34 of 1901.

* Page 487.

« PreviousContinue »